Cape Cod en Rhode Island

1 mei 2019 - Mystic, Connecticut, Verenigde Staten

29 april - dagje Cape Cod

We slapen eens uit, het is tenslotte vakantie. Om 10u komen we pas in actie en we zijn pas rond 12u bij de supermarkt. Op het plan van vandaag staat Cape Cod. Dat is best een stukje rijden nog, zeker naar het uiterste noorden. We besluiten tot de ‘elleboog’ van Cape Cod te rijden, naar het stadje Chatham. Als we daar aan komen is het echt al half drie! Best zonde van de dag, maar we zijn wel lekker uitgerust. Het is voor het eerst in dagen heerlijk weer! Wel fris, maar de hemel is strakblauw en de zon doet zijn best.

Aangekomen in Chatham parkeren we de camper buiten het centrum en lopen langs prachtige houten strandhuizen met felgroene gazons richting het strand. Het is even klauteren over de rotsen en we bereiken het lichte, brandschone en heerlijk zachte zandstrand. Emilie kan niet wachten om haar schoenen uit te trekken en haar voeten in de IJSKOUDE oceaan te dopen. Brrr! Al turnend en radslagen makend komt ze met ons mee. Wij vinden het echt nog heel fris, maar zij denkt strand = zomer.

We wandelen een heel stuk terwijl we het strand afzoeken naar schatten. De kinderen vinden krabbetjes en mooie schelpen en we lopen tot voorbij de bekende vuurtoren van Chatham. Jammer dat die achter een hek staat en alleen op woensdag open is. Via het pad langs de vuurtoren weer terug naar de camper.

Vervolgens rijden we nog een stukje door naar het Monomoy National Wildlife Refuge. Het natuurgebied ligt op - wat wij denken - het alleruiterste stukje van de Verenigde Staten! Het is zo afgelegen, dat we ons verbazen dat zelfs hier nog van die mooie houten vakantiehuizen staan. Het pad wordt smaller en Jp vraagt zich af of die camper wel past. Komt wel goed, want we zijn al snel bij het natuurgebied.

Daar aangekomen zien we een wandelpad van houten vlonders. Aan het begin ligt een klein veldje met voederplaatsen vior vogels. Het is een gekwetter en getsjilp van jewelste. We zien roodborstlijsters en epauletspreeuwen en een eekhoorntje dat probeert de inhoud van de vogelvoerbak te bemachtigen.

We lopen over de houten trap het strand op. De zon begint al aardig te zakken en dat maakt het licht heel fraai.

Het strand is wijds, verlaten, met hier en daar poeltjes. We zien een zeemeeuw met een kokkel in zijn bek die hem keer op keer van grote hoogte laat vallen, oppakt, omhoog vliegt en weer laat vallen. Tot dat de kokkel eindelijk stuk is en de meeuw hem kan eten.

De wind is koud, maar het is hier zo mooi dat we lekker doorlopen. Bij een van de poeltjes ziet Manuel een restant van een of ander vreemd zeedier. Het lijkt op een soort helm, met kleine oogjes, krabbenpootjes en een staart als van een rog. Later als we bij de camper zijn en ik kan googlen blijkt het een degenkrab te zijn geweest. Verderop zien we nog veel meer van die beesten, allemaal dood helaas. 

Als we teruglopen springt Jp over een stroompje naar een zandeilandje. Manuel en ik lukt het ook ongeschonden, maar Emilie bekoopt de sprong met een zeiknatte schoen plus sok. Geeft niet, het laatste stukje loopt ze op één droge schoen en één natte sok. We denken dat haar voetspoor wel voor vraagtekens zal zorgen.

Het is inmiddels al half vijf als we terugrijden naar de camping. We hebben eigenlijk bedacht om een andere camping te zoeken, maar de dichtstbijzijnde die open is in het voorseizoen is zeker twee uur rijden. Tegen beter weten in rijden we nog langs een mooie State Park Camping, maar deze is hartstikke dicht. Dan toch maar terug naar die Koa waar we vandaan komen. Ook daar is het kantoor gesloten als we aankomen, maar ze hebben een systeem voor laatkomers, we vullen onze gegevens in en Jp kan eindelijk gaan koken, terwijl ik een wasje draai. Om half acht is het eten klaar en om negen uur kan ik de schone was in de kastjes doen en zijn we alle vier moe.

Wat een fijne dag vandaag!

30 april - de kust van Rhode Island

We beginnen de dag maar iets eerder dan gisteren. Het heeft weer de hele nacht geregend en in de ochtend miezert het. De voorspelling is wel oké, dus na het douchen en ontbijten zeggen we de Koa Camping gedag en gaan op weg naar Rhode Island. 

Het is maar een ritje van een uurtje. Aangekomen op het eiland parkeren we langs de kust en lopen omhoog richting de start van ‘the Clifwalk’. Het is een pad van 3,5 mijl uit 1886 (hersteld in 1976) die tussen de kust en de achtertuinen van een stel poepiesjieke landhuizen loopt. Het is droog, maar grijs weer. Hierdoor en door de omgeving denken we terug aan onze vakantie in Zuid-Engeland. 

Ondertussen zien we knalgele zangvogels (goudvinken?), musjes en weer epauletspreeuwen. Onder ons is de kust en naast ons het één na het andere prachtige huis. Sommige van die huizen zijn van de familie Vanderbilt en inmiddels musea. 

Het is een fijne wandeling. We lopen heen en terug hetzelfde pad tot we rond 15u weer op zoek gaan naar een camping.

We hebben een mooi plekje op (wederom) een bijna lege camping. Manuel en ik halen nog even droog brandhout net voor de receptie sluit. We kunnen vast stoken voor het toetje (marsmellows again). Na de spaghetti met tomaten en basilicum die we lekker buiten opeten, kunnen de kids alle drie hun lol op met de suikerballen. Kan ik lekker bij het vuur dit stukje typen ;-).

We hebben nog twee kampeerdagen voor de boeg: woensdag en donderdag. Maar donderdag moeten we wel weer een stuk rijden zodat we vrijdagochtend vroeg de camper kunnen inleveren in New Jersey.

Foto’s

1 Reactie

  1. Ineke breeman:
    1 mei 2019
    Wat een mooie belevenissen weer!
    Fijn dat ik op deze manier kan meegenieten.
    Op de regen na,die had ik in Spanje al!
    💋👋💋